Alevitische Vereniging Nijmegen e.o.

Onderdrukking

De Alevieten zijn in Turkije altijd een minderheid geweest in een door (soennitische) moslims gedomineerd land. Hoewel de positie van de Alevieten het afgelopen decennium verbeterd is, zijn de Alevieten en het alevitisme nog steeds onderworpen aan een strenge minderhedenpolitiek (assimilatiepolitiek). In het verleden zijn de Alevieten ernstig gediscrimineerd en onderdrukt wegens hun cultuur en hun vrijzinnige geloofsovertuiging. Berucht zijn de genocides op de Alevieten gepleegd onder het Ottomaans bewind van Yavuz Sultan Selim en de genocides en deportaties in Dersim en aanliggende streken in de jaren 30 van de 20e eeuw, na de opstand van Dersim. Ook de pogroms op de Alevieten uit de jaren 70, begin jaren 80, zoals de pogrom van Kahramanmaras in december 1978 en de pogrom van Çorum in mei 1980, hebben diepe sporen achtergelaten. Van recentere datum is het bloedbad van Sivas uit 1993. Sinds enkele jaren is het beleid aangaande de minderheden versoepeld, mede als gevolg van de toenemende kritiek op de mensenrechten en de culturele en religieuze vrijheden van de minderheden in Turkije vanuit de Europese landen. Zo is er internationaal ook veel aandacht voor de Armeense genocide en de mensenrechtenkwestie aangaande de Koerden, maar ook de pogroms op de Grieken en Arameeërs krijgen meer en meer aandacht.

Alevieten wijzen op het feit dat er nog steeds veel vooroordelen over ze bestaan en er nog veel discriminatie in de Turkse samenleving aanwezig is. Ook zou hun identiteit bewust ten gunste van de soennitische islam worden genegeerd. Bijvoorbeeld, de Turkse overheid hanteert verplicht islamitisch godsdienstonderwijs. Ook zijn vele zogenoemde cemhuizen in alevitische dorpen en wijken verboden, maar worden er her en der moskeeën geplaatst. Iets waar de Alevieten niets aan hebben, omdat de Alevieten de moskeeën niet als gebedshuizen erkennen. Het argument van de Turkse overheid daarbij is dat Alevieten moslims zijn en deze voorzieningen dus ook voor hen bedoeld zijn. Alevieten bezien dit als een ontkenning van hun culturele en religieuze identiteit en spreken van een assimilatiepolitiek. Alevieten streven ernaar om op basis van gelijkheid, zonder gediscrimineerd of vervolgd te worden, aan het culturele, sociale en politieke leven van Turkije deel te kunnen nemen en zowel een economisch als cultureel positieve bijdrage hieraan te kunnen leveren.